AIR PLANE WEBSITE

MISSION

As the main referral body for physical medicine and rehabilitation our mission is to provide evidence based patient care to improve the quality of life

VISION

To have by 2020 an international accredited center of excellence for rehabilitation in the Gulf region

Friday, October 23, 2009

Verpleegkundige

Als verpleegkundige help je mensen met een beperking, handicap of (dreigende) ziekte in hun thuissituatie of in een zorginstelling. Wat je precies doet, is afhankelijk van de afdeling of instelling waar je werkt en ook van de specialisatie die je tijdens je studierichting hebt gekozen. Je krijgt voornamelijk verzorgende en verpleegtechnische taken (mensen aankleden, een infuus aanleggen, enzovoort). Verder denk je mee over beleidszaken en werk je intensief samen met je collega’s, artsen en professionals uit andere disciplines.

Wat doet een verpleegkundige?

Verpleegkundigen komen bijvoorbeeld terecht in ziekenhuizen, verpleeghuizen, psychiatrische inrichtingen of bij de GGD. Binnen deze instellingen zijn er talrijke afdelingen waar zij werken. De onderstaande beschrijving is voornamelijk toegespitst op de werkzaamheden van een verpleegkundige in een ziekenhuis of verpleeghuis.
1. Helpt met de dagelijkse verzorging

Iedere dag verzorg je de patiënten die aan jou zijn toevertrouwd. Wat moet je je voorstellen bij het werk van een verpleegkundige?

* Je verschoont dagelijks het ondergoed en beddengoed van de patiënten.
* Je wast de patiënten, helpt hen met douchen en naar het toilet gaan. Sommige patiënten kunnen niet uit bed komen, waardoor de verzorging wordt beperkt tot het wassen met een washandje en het helpen met de po-stoel.
* Je helpt met aankleden, bijvoorbeeld door het aantrekken van steunkousen of een pyjama.
* Je ziet erop toe dat de patiënten eten en drinken krijgen. Meestal word je hierbij ondersteund door een voedingsassistent.
* Je controleert of patiënten wel de juiste medicijnen hebben gekregen en niet per ongeluk zijn overgeslagen.
* Tot slot heb je vaak nog kleine taken, zoals bestellingen opgeven aan de apotheek.

2. Verricht verpleegtechnische handelingen

Je hebt specifiek verpleegtechnische taken, die afhankelijk zijn van de afdeling of instelling waar je werkt. Op de chirurgische afdeling van een ziekenhuis verzorg je bijvoorbeeld wonden en operatieve ingrepen (een stoma bijvoorbeeld), breng je een katheter in (buisje voor het afvoeren van vloeistoffen zoals urine), leg je een infuus aan, enzovoort. Daarnaast bereid je medische onderzoeken en operaties voor door de benodigde instrumenten en apparatuur klaar te zetten. Een verpleegkundige bij de GGD zal zich bezighouden met de bestrijding van infectieziekten, inentingen en het geven van voorlichting.
3. Is verantwoordelijk voor de uitvoering van het behandelplan

Iedere patiënt in een ziekenhuis of zorginstelling heeft een eigen dossier, dat dagelijks door de verpleegkundige wordt gecontroleerd en aangevuld. In dit dossier staan de gegevens van deze persoon en het behandelplan. In het verslaggedeelte noteer je kort hoe een dag voor de patiënt is verlopen, bijvoorbeeld: "Ze deed alles zelf; geen bijzonderheden" of "Mevrouw is gevallen; wilde geen medicijnen innemen". Je bent ook verantwoordelijk voor de uitvoering van dit behandelplan, dat je in overleg met de arts of specialist hebt samengesteld. Je coördineert de zorg op jouw afdeling: je regelt allerlei zaken en geeft personeel en verpleegkundigen op lagere niveaus duidelijke instructies over wat wel en wat niet moet gebeuren.
4. Werkt samen met arts en andere professionals

Je overlegt geregeld met de artsen en specialisten en zij geven je ook instructies. Je ondersteunt hen intensief bij hun werk, bijvoorbeeld gedurende onderzoeken en behandelingen of het bezoeken van de patiënten, dat "visite lopen" heet.
5. Observeert en signaleert

Een belangrijke taak is het observeren van patiënten. Je hebt daarvoor een goed 'klinisch oog' nodig, waarmee je snel in de gaten hebt dat er iets aan de hand is. Wanneer iemand opeens bleek wordt of moeite krijgt met ademen, of bij andere ongewone veranderingen in het uiterlijk, gedrag of het ziektebeeld, grijp je meteen in. Je vraagt wat er aan de hand is en schat op basis van het verhaal van de zieke, je eigen inzicht en je ervaring, in welke (medische) behandelingen noodzakelijk zijn. Als je het niet alleen aankunt, waarschuw je collega’s. Je licht ook degene in die verantwoordelijk is voor de patiënt (meestal de arts of specialist).

Als je ziet dat er iets niet goed gaat op jouw afdeling of in de instelling, dan rapporteer je dat. Ten slotte denk je mee over het beleid tijdens vergaderingen met collega’s, artsen en andere zorgverleners.

Tineke van Dijk werkt als IC-verpleegkundige bij 't Lange Land Ziekenhuis in Zoetermeer: "Op de Intensive Care komen mensen terecht die in een levensbedreigende situatie zijn en die onder streng en continue toezicht moeten worden gesteld. Je hebt als IC-verpleegkundige daarom maar één of twee patiënten per dag onder je hoede. De patiënten liggen onder meer aan de hartbewaking of beademingsapparatuur. Via monitoren controleer je het hartritme en de bloeddruk en houd je scherp in de gaten of alle lichaamsfuncties naar behoren werken. Geeft een orgaan het plotseling op, een nier bijvoorbeeld, dan zul je direct niervervangende therapie moeten geven. Je bent voortdurend mensen aan het observeren en controleren."
6. Verstrekt inlichtingen aan patiënten en bezoekers

Je informeert de patiënt, diens familieleden en bekenden over het soort behandeling dat de persoon in kwestie moet ondergaan, of over welk soort onderzoek er wordt uitgevoerd. Ook geef je patiënten adviezen over het gebruik van medicijnen en bepaalde symptomen of klachten die bij het ziektebeeld horen. Na operaties of behandelingen licht je ze in over het verloop van de ingreep en wat de arts precies heeft gedaan. Je doet echter geen uitspraken over de resultaten van een onderzoek of de diagnose, dat is uitsluitend aan de arts voorbehouden.
7. Begeleidt mensen en vangt ze op

Je deelt lief en leed met je omgeving. Dat kan heel mooi, maar ook moeilijk zijn. Als iemand een slecht bericht krijgt, is de verpleegkundige vaak de eerste opvang. Vaak zijn er op zulke momenten geen familieleden of vrienden bij de patiënt. Denk aan mensen die veel pijn lijden en bij wie geen uitzicht op verbetering of genezing is. In een dergelijke situatie moet je toch kalm zien te blijven en de ander de mogelijkheid geven om te praten, mits hij zijn verhaal kwijt wil.
Rollen

* Zorgverlener. Je bent verantwoordelijk voor de dagelijkse verzorging van hulpbehoevende mensen.
* Regisseur. Vaak heb je meerdere coördinerende taken op een dag. Zo moet je er bijvoorbeeld op toezien dat in een kort tijdsbestek veel mensen worden gewassen, aangekleed en hun medicijnen toegediend krijgen.
* Steunpunt. Mensen kunnen bij jou hun verhaal kwijt als het moeilijk hebben, of wanneer ze gewoon een praatje willen maken. Daarnaast vang jij ze op bij klachten en problemen, of vragen over hun ziekte, de behandeling en dergelijke.
* Controleur. Je ziet niet alleen toe op de conditie van patiënten, maar ook op het werk van je collega's. Je werkt meestal in een team en bent daarom medeverantwoordelijk voor het functioneren en het gedrag van je collega’s. Immers, als een collega op jouw afdeling vergeet een patiënt zijn medicijnen te geven, kan dit ernstige gevolgen hebben. Door goed op elkaar te letten, ondersteun je elkaar.
* Professional. Of je nu algemeen of gespecialiseerd verpleegkundige bent: je bent ten alle tijde een professional die ontwikkelingen in het vakgebied nauwkeurig bijhoudt, deze toepast in de praktijk en overdraagt aan collega's.

Waar werk je als verpleegkundige?

Verpleegkundigen zijn in Nederland werkzaam in de volgende plekken:

* Ziekenhuizen (56 procent)
* Gehandicaptenzorg (12 procent)
* Thuiszorg (10 procent)
* Psychiatrie (9 procent)
* Verpleeghuizen (8 procent)
* GGD's (2 procent)
* Kraamzorg, schoolartsendienst en RIAGG's (1 procent) (Bron: Hogeschool van Amsterdam, 2005)

Trends en ontwikkelingen

Redelijk nieuw, maar al ontzettend populair bij zorginstellingen is de functie van nurse practitioner. Je neemt dan verpleegkundige taken en sommige medische handelingen over van de specialist of huisarts. Je doet bijvoorbeeld zelfstandig onderzoek bij een patiënt en beslist welke behandeling gegeven moet worden, ondanks dat normaal gesproken alleen de arts een diagnose mag stellen. Wel moet je altijd goed blijven overleggen met de verantwoordelijke arts en zijn er wel grenzen gesteld aan je handelen. Aangezien nurse practitioners het werk van de specialist of arts behoorlijk kunnen ontlasten, zijn ze – zeker met het oog op het tekort aan huisartsen en de overgrote zorgvraag – zeer welkom.
Wat is je plaats in de organisatie?
Collega’s of medewerkers

Met de volgende mensen werk je op hetzelfde niveau samen, of je geeft hen leiding. Dit is afhankelijk van de grootte en de inrichting van de organisatie.

* Verpleegkundigen. Dit zijn je directe collega’s.
* Verzorgenden. Zij werken in verpleeghuizen, de thuiszorg en bejaardenhuizen.
* Administratief personeel. De baliemedewerkers maken afspraken met patiënten, verstrekken algemene informatie, en ontvangen bezoekers.
* Professionals uit andere disciplines. Maatschappelijk werkers, fysiotherapeuten, psychiaters, enzovoort.
* Divers (medisch) personeel. Bijvoorbeeld operatieassistenten, voedingsassistenten, technici, de applicatiebeheerder, medewerkers van de keuken en transportdienst.

Wie is je baas?

Je directe leidinggevende is meestal je teamleider. Deze wordt op zijn beurt weer aangestuurd door de zogeheten Eerste verpleegkundige of Hoofdverpleegkundige. Er zijn echter ook 'zelfsturende teams', waarbij je elkaar coacht om op de juiste manier zorg te verlenen. Tenslotte krijg je ook instructies van artsen en andere professionals (psychologen, zorgmanagers).
Welke competenties moet je in huis hebben?

"Je moet hard kunnen werken. Als verpleegkundige werken is echt veel heen en weer rennen, veel dingen tegelijk onthouden en doen. Dus stressbestendig zijn. Tegen kritische situaties kunnen... En natuurlijk moet je goed met patiënten om kunnen gaan... Niet snel vies van iets zijn (want je komt echt vieze dingen tegen). Je moet je kunnen inleven in andere mensen."

- Persoonlijk verhaal van een propedeuse-studente Verpleegkunde in het opleidingenforum
1. Goede sociale vaardigheden

Geduld en begrip zijn onmisbaar in het contact met je omgeving. Als verpleegkundige wil je mensen graag helpen en verzorgen. Je luistert naar hun verhalen en vragen, stelt ze gerust wanneer dat nodig is, informeert ze en helpt ze met de dagelijkse verzorging. Je vangt ze op bij pijn en ander lijden. Je hebt hiervoor een sterke persoonlijkheid nodig; je bent niet bang om voor patiënten op te komen, maar anderzijds durf je ook duidelijk grenzen te stellen aan hun eisen.
2. Integriteit

Van patiënten zul je nogal eens vertrouwelijke informatie te horen krijgen. Je weet ook veel van hun situatie via het persoonlijk patiëntendossier. Ook verricht je handelingen die voor de patiënt belastend kunnen zijn, zoals het wassen van intieme delen, of een endoscopie, waarbij je een slang in de anus van de patiënt inbrengt om de darmen te onderzoeken. In dit soort gevallen is tact en een integere houding natuurlijk wenselijk. Ook inlevingsvermogen in de benarde situatie van een ander komt jou als verpleegkundige goed van pas.
3. Stressbestendig

In de verpleging werk je onder grote druk. Je krijgt bijvoorbeeld de opdracht om tien mensen te wassen, aan te kleden en aan tafel te zetten, en dat in een heel hoog tempo. Of iemand wordt plotseling onwel, en je moet hartmassage en mond-op-mondbeademing geven. Al met al heb je een zeer wisselend takenpakket, waardoor je snel moet kunnen schakelen. Bovendien krijg je met allerlei soorten mensen te maken, en niet altijd de gemakkelijkste... Je kunt te maken krijgen met agressie. Dit alles kan flink wat stress opleveren, maar een bekwaam verpleegkundige is daar tegen bestand.
4. Flexibiliteit

Je komt als verpleegkundige in zeer diverse en soms onverwachte situaties terecht. Daarvoor heb je een flexibele opstelling en doorzettingsvermogen nodig. Je past je snel aan een weet het overzicht te behouden tussen je verschillende bezigheden. Ook kun je op stressvolle momenten de juiste beslissingen nemen, bijvoorbeeld door goed in te schatten welke medische handelingen er verricht moeten worden. Verder draai je in de verpleging vaak onregelmatige diensten, hetgeen ook de nodige flexibiliteit vereist in het organiseren van je privé-leven.
5. Goede lichamelijke conditie

De verpleging is ook in lichamelijke zin een zwaar vak. Je moet veel lopen, tillen, bukken, noem maar op. Dat kan zeker bij een hoge werkdruk lichamelijke klachten opleveren. Een goede lichamelijke gesteldheid is dan ook onmisbaar. En het duurt nog tot je 55e voor je geen nachtdiensten meer hoeft te draaien…
6. Goede motoriek en verpleegtechnisch inzicht

Je moet zorgvuldig met je handen kunnen werken. Bij het verwisselen van een infuus, het inbrengen van een slangetje in iemands neus of wanneer je een injectie wilt geven, moet je bijvoorbeeld geen trillende handen hebben. Ook enig verpleegtechnisch inzicht komt van pas. Je begrijpt dan waarom je bepaalde dingen doet (wat er medisch gezien precies gebeurt) en wat de gevolgen van je handeling zijn voor geest en lichaam van de patiënt.
7. Empathie

Je moet ook een zekere mate van afstand kunnen bewaren. Als je je alles persoonlijk aantrekt, wordt het werk erg zwaar. De uitdaging is dus om empatisch te zijn en sociaal, zonder teveel bij je werk betrokken te raken.
Wat onderscheidt een top-verpleegkundige van een gewone verpleegkundige?

Als top-verpleegkundige bezit je een uitstekende vakkennis, die je ook goed op peil weet te houden. Je kunt vlot omgaan met mensen, bezit een behoorlijke dosis empathie en wordt niet snel uit het veld geslagen bij onverwachte situaties. Ook heb je je zaakjes goed op orde: je regelt de zorg voor anderen en bent in staat collega’s te coachen. Je beschikt bovendien over zelfinzicht, dus je durft te reflecteren op je eigen gedrag, en voor jezelf duidelijk te erkennen wat je wel en niet kunt.

Voorbeeld: stel, je houdt niet zo van injecteren. Op een gegeven moment moet je iemand een injectie in de arm geven, en het lukt je na een aantal pogingen niet om de ader te vinden. Wees niet te trots om toe te geven dat je dit niet aankunt, en haal er gewoon een collega bij die de klus van je overneemt.

Je hebt niettemin wel een goede klinische blik, waarmee je snel kunt afleiden uit het uiterlijk van patiënten hoe het met hen gaat. Een "lastige" patiënt ontwijk je niet, maar je gaat hem ook niet doorschuiven naar je collega. Je werkt gewetensvol en bent een betrouwbaar persoon voor je omgeving. Kortom, uit alles blijkt dat je sterk gemotiveerd bent voor dit vak, en dat straal je ook uit.
Hoe word je verpleegkundige?
Speciale opleiding als basis

De enige studie waarmee je je kunt kwalificeren als verpleegkundige, is de hbo-opleiding Verpleegkunde. Er zijn veel hogescholen die deze opleiding in het pakket hebben. De meeste van hen bieden bovendien hbo Verpleegkunde aan in zowel een voltijd-, deeltijd- en duale variant.
Mbo-vooropleiding

Met een afgeronde mbo Verpleegkunde (niveau 4) kun je al aan de slag in de verpleging, maar het is ook mogelijk te kiezen voor een speciaal doorstroomprogramma naar het hbo. Je mag dan een verkort traject volgen, waarmee je de bachelor Verpleegkunde in twee tot drie jaar kunt afronden. Samen met je studieloopbaanbegeleider schrijf je een Persoonlijk Opleidingsplan, waarin je studieplannen staan. Door het afleggen van assessments wordt duidelijk welke competenties je al beheerst en welke je nog moet ontwikkelen. Heb je een andere mbo-opleiding gedaan, dan doorloop je het volledige studieprogramma van vier jaar.
Wat ga je verdienen?

Als algemeen verpleegkundige in een ziekenhuis kun je rekenen op een aanvangssalaris van €1.640. Je kunt doorgroeien tot maximaal €2.507. Ben je gespecialiseerd verpleegkundige, dan verdien je vanzelfsprekend meer. Het maandsalaris van bijvoorbeeld een geriatrisch verpleegkundige (gespecialiseerd in de zorg voor ouderen) begint bij €1.925, en kan oplopen tot maximaal €3.165. Bovendien krijg je als verpleegkundige toeslagen voor eventueel overwerk en onregelmatige diensten (Bron: CAO Ziekenhuiswezen, 2004 – 2005).

Werk je met gehandicapten, psychiatrisch patiënten of in een ander werkveld, dan is je inkomen afhankelijk van de daar geldende CAO. Een wijkverpleegkundige die bijvoorbeeld in dienst is bij de Thuiszorg verdient minimaal €1.885, met een doorgroei tot ongeveer €2.625 (Bron: CAO Thuiszorg, 2004).
Medische tijgerWat zijn je carrièremogelijkheden?

Veel verpleegkundigen beginnen met een functie in een zorginstelling. Een aantal van hen kiest ervoor om zich – meteen na hun studie of later in de loopbaan – te specialiseren. Na de opleiding Verpleegkunde kun je terecht bij een groot aantal vervolgopleidingen, bijvoorbeeld de opleiding tot ambulanceverpleegkundige, Intensive Care-verpleegkundige, kinderverpleegkundige of arbo-verpleegkundige (bedrijfsverpleegkundige).

Wil je manager worden, dan zijn er twee mogelijkheden. Enerzijds de langzame route: je volgt naast je baan korte cursussen of een deeltijdopleiding (bijvoorbeeld de Kaderopleiding Verpleegkunde, waar echter wel een aantal jaar ervaring voor vereist is), waardoor je na verloop van tijd intern kunt solliciteren naar een leidinggevende functie als bijvoorbeeld Hoofdverpleegkundige, praktijkopleider of coördinator. Anderzijds is er de snelle route: je doet een universitaire masteropleiding als Beleid, Management en Gezondheidszorg (BMG) of Gezondheidswetenschappen. Deze studies leiden je op voor leidinggevende functies binnen de zorg, maar je kunt er bijvoorbeeld ook mee aan de slag in ministeries, het onderwijs (als docent Verpleegkunde) of op de afdeling Personeelszaken van een zorginstelling.

Een andere carrièremogelijkheid voor verpleegkundigen is kiezen voor het zelfstandig ondernemerschap. Je laat je dan inhuren door bijvoorbeeld particulieren, die afgestemde zorg nodig hebben in hun thuissituatie. Voordat je je als zelfstandige kunt vestigen, moet je wel eerst een aanvullend programma bij de Kamer van Koophandel volgen om je eigen onderneming te mogen starten.
Welke beroepen lijken erop?

* Anesthesiemedewerker
* Longfunctie-assistent
* Operatie-assistent
* Verloskundige
* Verzorgende

Aanbevolen websites

* Met de Verpleegkundige Loopbaandiagnose kun je kijken wat voor verpleegkundige je bent. Geef je graag leiding, zoek je vooral balans of werk je het liefst zelfstandig?
* Erg interessant is YouChooz.nl, een website met allerlei wetenswaardigheden over beroepen en opleidingen in de gezondheidszorg. Op deze pagina vind je ook uitgebreide informatie over alle vervolgopleidingen en carrièremogelijkheden in de zorgsector. Je kunt via de site eveneens in contact komen met studenten, docenten en verpleegkundigen.
* Op Nursing, de digitale versie van het landelijke vakblad, vind je het laatste nieuws, evenementen en dossiers (waaronder 'Agressie in de zorg') uit de gezondheidszorg. Je kunt je ook abonneren op de Nursing Nieuwsbrief.
* Verplegingenverzorging.nl biedt nieuws en themadossiers over onder andere opleidingen en beroepen in de zorg. Verder kun je onder meer een kennisdatabank raadplegen, waarin honderden scripties, onderzoeksresultaten, afstudeerprojecten, artikelen en andere documenten op het gebied van de gezondheidszorg te vinden zijn.
* Zorgportaal is een verzamelpunt voor vacatures, nieuws, een forum, agenda en andere interessante zorgonderwerpen.
* Op Verpleging Online vind je heel veel links, een vacaturebank en de CAO voor verpleegkundigen. Verder kun je via de discussiepagina in contact komen met collega's, reageren op vragen en meningen en zelf iets ter discussie stellen.
* Ook Ziekenhuis.nl biedt je links, een forum en een vacaturebank. Bovendien vind je er een medicijngids, medisch woordenboek, beschrijvingen van ziektebeelden en informatieve filmpjes.

Aanbevolen boeken

* Huilen mag (De Bruin, S., Gerrese, M. en Pollmann, J., Verpleegkunde Nieuws, 2003) bundelt achttien verhalen van verpleegkundigen over hun ervaringen met leven en dood in hun werk, aangevuld met het verhaal van een patiënte die te horen kreeg dat ze zou gaan sterven.
* In De verpleegkundige als patiënt (Odekerken, S., Bohn Stafleu van Loghum, 2004) lees je hoe een aantal verpleegkundigen 'het patiënt zijn' ervaart. Dit is een interessante invalshoek, want hoewel er in de opleiding volop aandacht wordt besteed aan empathie en patiëntgerichte competenties, krijg je pas echt inzicht als je het in de praktijk zelf meemaakt. De verhalen in dit boek zorgen ervoor dat je je als verpleegkundige in de situatie van de patiënt kunt verplaatsen. Bovendien stimuleren ze je om je werk door de ogen van de patiënt te bekijken.
* Het boek Onzichtbare zwaarte van zorg: verpleegkundigen en verzorgenden aan het woord (Bruntink, R. en Cremers, A., Elsevier Gezondheidszorg, 2005) laat twaalf verpleegkundigen en verzorgenden vertellen over hun vak. Ze zijn afkomstig uit verschillende werkvelden, en worden met situaties geconfronteerd waarvan de moeilijkheidsgraad door buitenstaanders vaak behoorlijk onderschat wordt.

Auteur: Vera van Dijk

0 comments:

Post a Comment